English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word habit of mind
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(trick) | ; | |
(fashion; practice; wont) | ||
🔗 But she had to keep it hidden from her mother, who hated the habit. | ||
(intellect) | ; | |
; | ||
🔗 They exist only in your mind. | ||
(observe; comply; mark; respect; watch; abide by) | ; ; ; ; ; ; | |
(pay attention; pay attention to; heed; watch out; be attentive; be attentive to; take notice of) | ; ; ; passen op | |
(take offence; pout; sulk) | ; gekwetst worden ; zich beledigd voelen | ofendiĝi |
(spirit; genie) |
English | Dutch |
---|---|
habit of mind | ⇆ denkwijze |
habit | ⇆ aanwensel; ⇆ dracht; ⇆ gebruik; ⇆ gesteldheid; ⇆ gewoonte; ⇆ habijt; ⇆ habitus; ⇆ hebbelijkheid; ⇆ kleed; ⇆ pij; ⇆ rijkleed; ⇆ verslaving |
mind | ⇆ acht slaan op; ⇆ bedenken; ⇆ bezwaar hebben; ⇆ bezwaar hebben tegen; ⇆ brein; ⇆ denken om; ⇆ er bezwaar tegen hebben; ⇆ er iets op tegen hebben; ⇆ er wat om geven; ⇆ gedachten; ⇆ geest; ⇆ gemoed; ⇆ geven om; ⇆ gevoelen; ⇆ gezindheid; ⇆ het erg vinden; ⇆ het goed vinden; ⇆ let wel; ⇆ letten op; ⇆ lust; ⇆ mening; ⇆ neiging; ⇆ op zijn tellen passen; ⇆ opinie; ⇆ oppassen; ⇆ passen op; ⇆ trek; ⇆ verstand; ⇆ zich herinneren; ⇆ zich het aantrekken; ⇆ zich in acht nemen; ⇆ zich storen aan; ⇆ zin; ⇆ zorgen voor |