English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word grass‐track

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
🔗 How well I remember the smell of the mown grass.
(marijuana; pot)
🔗 Now is the time of the beautiful grasses.
track
(course; race‐course; running track; race‐track; runway)
track
(course)
;
track
(path; pathway; trail)

EnglishDutch
grass‐track grasbaan
grass gras; gras zaaien; grasland; in het zand doen bijten; marihuana; met gras bedekken; met zoden bedekken; verklikker; wiet
track baan; naspeuren; nasporen; nummer; opsporen; pad; piste; slepen; speuren; spoor; spoorlijn; sporen; voetspoor; volgen; wagenspoor; weg