English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word exposition

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
exposition
(exhibition; display)
;
expose
(demonstrate; exhibit; showcase; display)
expose
(discover; uncover; detect; find out)
expose
expose
(submit; subject)

EnglishDutch
exposition blootstelling; exposé; expositie; openlegging; tentoonstelling; uiteenzetting; uitleg; uitstalling
expose aan de dag brengen; aan de kaak stellen; belichten; bloot laten; blootleggen; blootstellen; onbedekt laten; onbeschut laten; ontmaskeren; openbaren; openleggen; te vondeling leggen; tentoonstellen; tonen; uiteenzetten; uitstallen; verklappen; vertonen