English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word duck’s
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
duck’s (duck; of a duck) | eende‐ ; eenden‐ | anasa |
; ; |
English | Dutch |
---|---|
duck | ⇆ buigen; ⇆ bukken; ⇆ dompelen; ⇆ dompeling; ⇆ duik; ⇆ duikeling; ⇆ duiking; ⇆ eend; ⇆ eendvogel; ⇆ indompelen; ⇆ nulscore; ⇆ onderdompelen; ⇆ onderduiken; ⇆ ontduiken; ⇆ snoes; ⇆ trachten te ontwijken; ⇆ wegduiken; ⇆ zich bukken |