English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word convenor

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
convene
(assemble; congregate; gather; meet; come along)
;
convene
(take along)
; ;
convene
(convoke; call; summon)
;
kunvoki

EnglishDutch
convenor voorzitter
convene beleggen; bijeenkomen; bijeenroepen; convoceren; oproepen; overeenstemmen; samenkomen; samenroepen