English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word come into

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
come into
(enter; come in)
come into power
(accede; take over)
aan het bewind komen
(derive; originate; result; stem; spring);
het gevolg zijn van
; ; ;
deveni
🔗 I came to be alone.
(advance; approach; come on; accost);
gaan naar
; ; ;
;
🔗 I’ve come to live with you.
🔗 But spring did not come, you say?

EnglishDutch
come into deel uitmaken van; in het bezit komen van; komen in; meedoen
come into power aan de regering komen; aan het bewind komen
come aanbreken; aankomen; aanstaande; er bijkomen; klaarkomen; kom op; komaan; komen; komen opzetten; kop op; opkomen; uitkomen; verschijnen; worden; óverkomen