English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word chase

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
chase (hunt after; hunt for; pursue)	najagen	alceli
chase (persecute; pursue; harrow; oppress; stalk; go after)	achtervolgen ; najagen ; nazetten ; achternazetten ; aanzitten achter	persekuti
chase	najagen	postkuri
chase (hunt)	jagen	ĉasi
chase (hunt for)	najagen	ĉaskuri
chase (emboss; tool)	ciseleren	cizeli
chase away (drive away; expel; repel; drive)	verdrijven ; verjagen	forpeli
chase away (disperse)	uiteendrijven ; uiteenjagen ; verspreiden ; verstrooien	dispeli

English	Dutch
chase	⇆ aanzitten achter; ⇆ achternazetten; ⇆ achtervolgen; ⇆ ciseleren; ⇆ drijven; ⇆ groef; ⇆ groeven; ⇆ jacht; ⇆ jachtgrond; ⇆ jachtstoet; ⇆ jachtveld; ⇆ jagen; ⇆ kas; ⇆ mondstuk; ⇆ najagen; ⇆ nazetten; ⇆ prooi; ⇆ vervolgig; ⇆ voor; ⇆ vormraam; ⇆ wild
chase away	⇆ verdrijven; ⇆ verjagen
give chase to	⇆ achternazitten; ⇆ jacht maken op; ⇆ najagen
wild‐goose chase	⇆ dolle onderneming; ⇆ vruchteloze onderneming
chaser	⇆ <glas water, fris of bier na gebruik van sterke drank>; ⇆ achternajager; ⇆ achtervolger; ⇆ ciseleur; ⇆ drijver; ⇆ najager
chasing	⇆ drijfwerk
paper‐chase	⇆ snipperjacht
steeplechase	⇆ steeple‐chase