English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word change one’s tack

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(tack about; beat up against the wind; beat)
(go about; wear)
overstag gaan
taki

EnglishDutch
change one’s tack de bakens verzetten; het over een andere boeg gooien; overstag gaan
tack aanhangsel; gang; hals; het over een andere boeg gooien; koers; kopspijker; kopspijkertje; laveren; overstag gaan; prikken; richting; rijgen; rijgsteek; slag; spijkertje; spoor; toer; vastmaken; vastspijkeren