English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word bomb‐outrage

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
🔗 The bomb had left a hole big enough to hide an apartment house.
outrage
(misdeed)
outrage
(assault; violation)
;
outrage
(rage; wrath)

EnglishDutch
bomb‐outrage bomaanslag
bomb bom; bom duiten; bombardementen uitvoeren; bombarderen; floppen; hit; klapper; op een mislukking uitlopen; zakken
outrage aanranding; aanslag; beledigen; belediging; geweld aandoen; gewelddaad; met voeten treden; schanddaad; schenden; schennen; schennis; smaad; vergrijp; wandaad