Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word waslokaal

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(plaatselijk)
🔗 Veel lokale omroepen hebben te weinig middelen om te voldoen aan de aan hen gestelde eisen.
(kamer; vertrek)
🔗 Volgens lokale media kregen de 29‐jarige Spear en haar man, Thomas Berry, problemen met de auto waarmee zij op de snelweg van Valencia naar Puerto Cabello reden.
(plaatselijk)
locally
🔗 Dinsdag kan het lokaal tropisch warm worden.
🔗 Volgens de regering zijn meer dan zeshonderdduizend mensen getroffen door het wassende water.
lesivi
(opgaan; oprijzen; opstijgen; rijzen; stijgen; zich verheffen; de hoogte in gaan)
(ómspoelen; uitwassen);
🔗 Ze wastte haar lange, donkere haar.
(was‐)
(groeien; toenemen; aanwassen);
🔗 De oude maan verdween en een nieuwe maan wies en nam af in de wereld daarbuiten, terwijl wij daar vertoefden.
(mengen; mêleren)
shuffle

DutchEnglish
waslokaal wash‐room
lokaal local; room; hall; locally
wassen be on the increase; grow; increase; launder; lave; pan off; pan out; wash; wax; waxen; wash down; washing; shuffle; rise; wash up