Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word washok
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
washok | lavatory ; washing‐accomodation ; wash‐place ; wash‐room ; | |
; sty | ||
🔗 Volgens de regering zijn meer dan zeshonderdduizend mensen getroffen door het wassende water. | ||
lesivi | ||
(opgaan; oprijzen; opstijgen; rijzen; stijgen; zich verheffen; de hoogte in gaan) | ||
(ómspoelen; uitwassen) | ; | |
🔗 Ze wastte haar lange, donkere haar. | ||
(was‐) | ||
(groeien; toenemen; aanwassen) | ; | |
🔗 De oude maan verdween en een nieuwe maan wies en nam af in de wereld daarbuiten, terwijl wij daar vertoefden. | ||
(mengen; mêleren) | shuffle |
Dutch | English |
---|---|
washok | ⇆ wash‐house |
hok | ⇆ cage; ⇆ cote; ⇆ den; ⇆ hole; ⇆ hutch; ⇆ pen; ⇆ stook; ⇆ shock; ⇆ kennel; ⇆ sty; ⇆ case; ⇆ shed; ⇆ quod; ⇆ goal |
wassen | ⇆ be on the increase; ⇆ grow; ⇆ increase; ⇆ launder; ⇆ lave; ⇆ pan off; ⇆ pan out; ⇆ wash; ⇆ wax; ⇆ waxen; ⇆ wash down; ⇆ washing; ⇆ shuffle; ⇆ rise; ⇆ wash up |