Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word vuurproef
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
vuurproef | acid test | |
(experiment; proefneming) | experiment | |
🔗 Hoe kan men door een eenvoudige chemische proef uitmaken welk gas aanwezig is? | ||
(beproeving; poging; test; toets) | ; | |
🔗 Ik zal me aan de proef niet onttrekken. | ||
(staaltje; proefstuk; specimen) | ; | |
🔗 De drie reizigers gingen bij het vuur zitten. | ||
(gloed) | glow ; ; | |
🔗 „Ketterij”, zei Traz Onmale, maar zonder veel vuur. | ||
🔗 Van vuur zijn ze niet bang. | ||
(ambitie; ijver) | ; | |
(vlam) | ||
(heftigheid; onstuimigheid) | impetus ; ; ; | |
(gloed; pit; pittigheid; verve) | verve ; ; | |
🔗 In het vuur van hun gesprek hadden de beide heren niet op de omgeving gelet, en daardoor was het hun ontgaan dat er door het luchtruim een ballon naderde. |
Dutch | English |
---|---|
vuurproef | ⇆ acid test; ⇆ crucial test; ⇆ crucible; ⇆ fire‐ordeal; ⇆ ordeal |
de vuurproef doorstaan | ⇆ stand the test |
proef | ⇆ assay; ⇆ essay; ⇆ experiment; ⇆ probationary; ⇆ proof; ⇆ specimen; ⇆ test; ⇆ trial; ⇆ try‐out; ⇆ sample; ⇆ test case |
vuur | ⇆ ardency; ⇆ ardour; ⇆ bonfire; ⇆ dry‐rot; ⇆ eagerness; ⇆ fervency; ⇆ fire; ⇆ flame; ⇆ glow; ⇆ heat; ⇆ ingle; ⇆ mettle; ⇆ élan; ⇆ verve; ⇆ zeal; ⇆ spirit; ⇆ rot; ⇆ vim |