Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word vuurlijn

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
vuurlijn
(vuurlinie)
range
(koord; snoer; touw); ;
🔗 Zes mannen begonnen aan de lijn te trekken om hem uit het water te hijsen.
🔗 De drie reizigers gingen bij het vuur zitten.
(gloed)
glow
; ;
🔗 „Ketterij”, zei Traz Onmale, maar zonder veel vuur.
🔗 Van vuur zijn ze niet bang.
(ambitie; ijver);
(vlam)
(heftigheid; onstuimigheid)
impetus
; ; ;
(gloed; pit; pittigheid; verve)
verve
; ;
🔗 In het vuur van hun gesprek hadden de beide heren niet op de omgeving gelet, en daardoor was het hun ontgaan dat er door het luchtruim een ballon naderde.

DutchEnglish
vuurlijn firing‐line; line of fire
lijn alignement; lead; leash; line; score; cord; rope
vuur ardency; ardour; bonfire; dry‐rot; eagerness; fervency; fire; flame; glow; heat; ingle; mettle; élan; verve; zeal; spirit; rot; vim