Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word voetbaltoeschouwer

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
soccer spectator
;
football spectator
futbalspektanto
(beschouwer; kijker)
spectator
;
🔗 „Reiservaringen”, prevelde de bejaarde "toeschouwer.
spectator
;
🔗 De anderen bleken toeschouwers te zijn.
🔗 In Nederland is voetbal de belangrijkste sport.
football
🔗 Ik zag hoe hij die voetbal ving.

DutchEnglish
toeschouwer bystander; looker‐on; observer; onlooker; spectator
voetbal Association football; football; pigskin; soccer; footer