Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word uitstampen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
stamp out
🔗 Reith griste hem terug en stampte de vlammen uit.
(fijnstampen);
pisti
(stampvoeten; trappelen)
🔗 „Dit zint mij meer”, zei de dwerg, op de stenen stampend.
🔗 De boot stampte geweldig, hetgeen de snelheid ook al niet ten goede kwam.

DutchEnglish
uitstampen stamp out
stampen beat; crush; drub; labour; pestle; pitch; pitching; plunge; pound; stamp; tramp; stamp one’s feet; heave and set; thud; stomp