Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word uitscheppen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(maken)
🔗 Het zegt u niets dat op deze plek heerlijke meesterwerken geschapen zijn.
(hozen); ;
excerpt
; ;
(opscheppen)
shovel
;
(creëren; maken)
🔗 Tom Poes had intussen het heuveltje beklommen waar heer Ollie zijn beeltenis uit graniet had geschapen.
🔗 In den beginne schiep God de hemel en de aarde.
(op; van; vanuit);
🔗 Hij liep snel het hotel uit.
(aan; door; met; om; van; vanwege; voor; wegens); ; ;
🔗 Dat deed hij uit berekening.
(over; voort; weg; verwijderd);
🔗 Zij zijn het grootste gedeelte van de dag uit.
;
🔗 De lampen waren uit.

DutchEnglish
uitscheppen bail out; ladle out; scoop; scoop out
scheppen create; make; scoop; shape; shovel; ladle; hit
uit done; for; forth; off; out; out of; over; through; in a spirit of; from; from among; in