Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word terugvinden

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(hervinden; weervinden);
🔗 Ik moet hem tot elke prijs terugvinden!
(achteruit);
🔗 Maar hij begreep dat hij nu niet meer terug kon.
returne
🔗 Maar nu was hij terug en hij zou dat nu gaan doen.
;
🔗 Ik kon de foto niet vinden.
(achten; geloven; menen; van mening zijn); ;
🔗 Hij vindt zichzelf de beste jager van de stam.
(aantreffen)
🔗 11 andere lichamen werden gevonden in Novorossijsk en Gelendžik.
🔗 Hoe vind je mijn taart?

DutchEnglish
terugvinden find; find again; recover; retrieval; retrieve
terug aback; avaunt; back; backward; backwards; ago
vinden come across; come on; contrive; encounter; feel; find; hit on; hit upon; hunt down; hunt out; hunt up; lay hands on; meet; meet with; pick up; receive; strike; think; think of; like