Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word ten aanzien van

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(aangaande; met betrekking tot; ten opzichte van)
🔗 Verwachtte uw Friedrich dat hij spoedig zou sterven… gezien de maatregelen die hij ten aanzien van u nam?
(aanblik; air; aspect; uiterlijk; vóórkomen); ;
🔗 Ik ken hem slechts van aanzien.
;
put up with
; ; ; ; ; ;
(achting);
(beschouwen; bekijken; kijken naar; bezien; aankijken);
🔗 Verbaasd zag de matroos hem aan.

DutchEnglish
ten aanzien van in regard to; in respect of; respecting; with reference to; with regard to; with respect to
aanzien authority; complexion; consideration; distinction; esteem; face; look; note; prestige; regard; respect; respectability; look at; aspect