Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word struisveer

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(fors; potig; robuust; sterk; stevig; stoer)
robust
;
🔗 Maar voordat de anderen dit verzoek ten uitvoer konden leggen, schreeuwde de struise blonde vrouw alweer een andere spreuk.
(struisvogel)
solidly
fortike
🔗 Er bevond zich slechts één persoon in die kamer, een struis gebouwde dame, die haar niet erg vriendelijk opnam.
(pluim; veder);
plume
🔗 Maar toen Baree voorzichtig, voetje voor voetje naderbij kwam, werden zijn ogen al groter en groter en de veren boven op zijn kop gingen overeind staan, alsof zij door den wind bewogen werden.
(drijfveer)

DutchEnglish
struisveer ostrich‐feather; ostrich plume
struis ostrich; robust; sturdy
veer feather; ferry; plume; spring; side‐piece; ferry‐boat