Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word stortregen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(plasregen; slagregen)
downpour
🔗 De overstromingen zijn het gevolg van stortregens.
(hemelwater)
🔗 We krijgen vast regen.
(gieten; plengen; schenken; vergieten);
dump
;
ŝuti
ŝutiĝi
🔗 De regen stortte naar beneden of er miljoenen kranen waren opengedraaid.
(gieten)
pluvegi
🔗 Ik logeerde in dat goeie ouwe Myrtle Bank Hotel en iedere dag "stortregende het—en ik vond het prachtig.

DutchEnglish
stortregen downpour; heavy shower; pouring rain
regen rain; shower; wet
storten deposit; dump; effuse; plunge; pounce; pour; precipitate; spill; shed; shoot; throw; pay in; contribute; fall; crash; fall down
stortregenen bucket; bucket down; pour; be teeming; be teeming with rain