Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word stapelwolk

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
stapelwolk
(cumuluswolk)
cumulus
(gek; krankzinnig)
(hoop); ;
🔗 Hij ging terug naar de stapel kleren.
dockyard
;
shipyard
🔗 Wolken schoven laag over de stad maar er viel geen regen.
🔗 Terwijl hij dit riep, kwam er een doffe knal, gevolgd door een wolk zwarte rook.

DutchEnglish
stapelwolk cumulus
stapel heap; pile; sounding‐post; stack; staple; stocks; crazy; cracked
wolk cloud