Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word sluitrede

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
sluitrede
(syllogisme)
syllogism
(ree);
moorage
;
mooring
;
🔗 Op de rede van Olehleh zag ik eens hoe een inlandse kwartiermeester door haaien werd opgegeten.
(oratie; redevoering);
discourse
🔗 Alle honderdvierenveertig gasten verwachtten een prettig onthaal, hoewel zij nogal opzagen tegen de rede die hun gastheer na het diner zou afsteken (een onvermijdelijk punt van het programma).
(verstand)
🔗 Maar de grijsaard wilde niet naar rede luisteren.
(verstand);
roads
;
roadstead
(toespraak; redevoering; speech)
🔗 Dit is de laatste keer dat ik een rede hou die ik zelf niet begrijp.
(dichtgaan; toegaan; zich sluiten)
🔗 In Afrika sluiten onder meer de ambassades in Kameroen, Zambia en Boerkina Faso.
(dichtdoen; dichtmaken; toedoen);
🔗 Is de deur goed gesloten?
(afsluiten; op slot doen; dichtsluiten)
🔗 Daarom liep hij zwijgend naar de deur, sloot die en stak de sleutel in zijn zak.
(insluiten; opsluiten; wegsluiten)
shut up
🔗 Waarom heb je die arme vogel in een kooi gesloten?
🔗 Hij sloot zijn ogen.
(toebrengen; aangaan; stellen; doen; afsluiten)
🔗 De vennootschap heeft daartoe een overeenkomst gesloten met de gemeente Genemuiden.
(afsluiten)
conclude
🔗 Finland sluit op maandag 18 december een defensieovereenkomst met de Verenigde Staten.

DutchEnglish
sluitrede syllogism
rede discourse; oration; rationality; reason; road; roads; roadstead; speech; sense
sluiten balance; batten down; clasp; close; close down; close up; conclude; conclusion; contract; effect; fasten; fold; go out of business; lock; lock‐up; make; negotiate; prorogue; seal; secure; shut; shut down; shut up; shut itself; put up the shutters; sign off; strike up; strike; wind