Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word schuimen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(afschuimen)
skim
senŝaŭmigi
;
ŝaŭmi
🔗 De open zee golfde en schuimde nog steeds, maar binnen de baai stierf de branding weg en eindigde op het strand in nijdige golfjes.
(schuimen)
skim
senŝaŭmigi
(afzoeken; doorzóéken; doorspitten); ;
rummage
schuim
(metaalschuim; slak; uitschot)
dross
;
scoria
schuim
; ; ;
lather
schuimend
(schuimachtig; schuimig)
effervescent
;
sparkling
ŝaŭma
;
🔗 Wat hij gezien had, moest de geest zijn van een reeds lang gesneuvelde zeeschuimer.
freebooter
;
privateer

DutchEnglish
schuimen cockle; foam; froth; lather; skim; sponge
schuimen op scour
afschuimen scavenge; scour; skim; skim off; sweep
schuim dregs; dross; foam; lather; offscum; spume; scoria; scum; froth; offscourings
schuimend barmy; foamy; yeasty; scummy; frothy
tafelschuimer freeloader; sponger
zeeschuimer sea‐rover