Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word schepper

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
mastermind
🔗 Onder hen zal Ian Flemming, schepper van James Bond, geheim agent zonder weerga, lang een belangrijke plaats blijven innemen.
🔗 René Goscinny ontmoette Morris, de schepper van Lucky Luke, voor het eerst in 1948.
(maken)
🔗 Het zegt u niets dat op deze plek heerlijke meesterwerken geschapen zijn.
(hozen); ;
excerpt
; ;
(opscheppen)
shovel
;
(creëren; maken)
🔗 Tom Poes had intussen het heuveltje beklommen waar heer Ollie zijn beeltenis uit graniet had geschapen.
🔗 In den beginne schiep God de hemel en de aarde.

DutchEnglish
schepper author; creator; dipper; former; maker; originator; procreator; scoop
scheppen create; make; scoop; shape; shovel; ladle; hit