Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word schachtopening
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(bres; gaping) | ||
jaws ; maw ; ; muzzle ; tunnel ; | ||
opening | ||
🔗 Er moest dus een opening zijn. | ||
(boom; pijp; schaft) | ||
🔗 Soms werd een twist beslecht door krijgers, die met de schachten van hun strijdbijlen of de knoppen van hun zwaarden zelfs de weerspannigsten wisten te overtuigen. | ||
(mijnschacht) | ||
🔗 Onder hem leefden nog tientallen van die dingen en van een van de schachten was het deksel verwijderd. |
Dutch | English |
---|---|
schachtopening | ⇆ pit‐head |
opening | ⇆ aperture; ⇆ chink; ⇆ egress; ⇆ gap; ⇆ hole; ⇆ inlet; ⇆ interstice; ⇆ opening; ⇆ orifice; ⇆ overture; ⇆ port; ⇆ vent; ⇆ ventage |
schacht | ⇆ leg; ⇆ quill; ⇆ well‐hole; ⇆ stalk; ⇆ stem; ⇆ scape; ⇆ shaft; ⇆ shank; ⇆ trunk; ⇆ well; ⇆ recruit |