Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word schaafwond

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(ontvelling);
graze
🔗 Ze was niet dood maar had een schaafwond op haar voorhoofd die er gemeen uitzag.
(afschaven)
raboti
(blessure; kwetsuur; verwonding; wonde)
🔗 We kunnen de wond dichtbranden met een hete pook.
injured
;
wounded
vundita
🔗 Daar raakt u een wonde plek.

DutchEnglish
schaafwond abrasion; chafe; gall; graze; scrape
schaven abrade; bark; chafe; excoriate; graze; plane; shave
wond hurt; lesion; wound; trauma