Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word samenspannen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(complotteren);
🔗 Je spant met Dick samen!
(tezamen)
jointly
;
🔗 Die mensen doen werkelijk alles samen.
(aaneen; bijeen; tezamen; bij elkaar; saam; gezamenlijk)
🔗 Wie had Charles en Allen ooit samen gezien?
samenspanning
(complot; samenzwering)
; ;
collusion
(inspannen)
(strekken; rekken)
🔗 Reith spande zijn armen.
🔗 Hij spande zijn boog en schoot een pijl dwars door de borst van een van de mannen die op De Bracy’s aanwijzingen steenbrokken losmaakten om er Cedric en de Zwarte Ridder onder te bedelven.
(uitrekken);
🔗 Men ging over op geprepareerde doeken die men over een houten raamwerk spande.

DutchEnglish
samenspannen collogue; collude; conspire; plot
samen together; in tandem
samenspanning collusion; conspiracy; plot
spannen bend; brace; distend; draw; frap; key; key up; span; strain; tauten; tighten; spread; stretch; string; string up; flex; lay; put; cock; be tight