Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word rolkraag

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(boord)
🔗 Ze greep hem aan de kraag van zijn regenjas vast.
rulumi
(wentelen);
wheel
(tuimelen)
rulfali
(draaien)
rulfari
🔗 Hij rolde rustig een sigaret en ging zitten roken.
(slingeren; wentelen)
🔗 Volg me, of jullie hoofden zullen rollen!

DutchEnglish
rolkraag polo‐neck; roll collar; turtle‐neck
kraag collar; hackles; tippet; ruff
rollen bowl; bowl along; goggle; roll; trundle; tumble; tumble about; welter; wheel; pick