Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word repeteerwekker

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(doornemen; herhalen; nazeggen)
🔗 Hij was bezig een berisping te repeteren, die hij zijn meester wilde toedienen.
wekker

DutchEnglish
repeteerwekker repeat alarm
repeteren prep; rehearse; repeat; go over; coach
wekker alarm; alarm‐watch; alarmclock