Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word rechtskracht

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 Bereken de kracht die op het lichaam wordt uitgeoefend.
(sterkte);
vigour
(macht; vermogen)
🔗 Men zal mijn kracht leren kennen!
🔗 Ik heb je zo vernederd dat je niet eens meer de kracht hebt om er een einde aan te maken.
(sterkte);
🔗 De aardbeving op 11 maart had een kracht van 9,0 op de schaal van Richter.
(belasting)
tax
; ;
levy
🔗 Wat geeft jou het recht je hierin te mengen?
🔗 Op die lange rechte brug was het natuurlijk onmogelijk om erachteraan te gaan en daarom gokte Arglistig dat ze inderdaad de brug over zouden gaan.
(billijkheid; gerechtigheid; rechtvaardigheid)
justice
🔗 U vragen wij thans om recht.
(echt; wel); ; ; ; ; ; ;
🔗 Er heerst een opgewekte, recht prettige sfeer over heel het schip.
(direct; linea recta; overeind; rechtop; rechtstreeks; regelrecht)
directly
; ; ;
🔗 De koning ging wat rechter staan.
(net; direct)
🔗 Recht voor mijn neus schijt een duif op mijn pas geschrobde dakterras.

DutchEnglish
rechtskracht force of law; legal force
kracht efficaciousness; efficacy; energy; expressiveness; force; fortitude; goodness; intensity; might; muscle; pith; potency; power; puissance; strength; vigour; zing; spirit; steel; stress; thews; employee; worker; vim; wallop
recht claim; direct; directly; duty; erect; justice; law; reason; right; straight; upright; warrant; square; title; true; just; rightly; quite; poundage; custom; fee