Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word programma

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(beginselverklaring; program);
🔗 Waar is mijn programma?
🔗 Je hebt mijn programma gehoord.
(ontwerp; plan)
🔗 James Bond vulde die derde dag met een bijna waanzinnig programma van musea, tentoonstellingen, de dierentuin en een film.
programme
device driver
computer programme
programme item
(software)
software
🔗 Wij hadden gedacht aan een bod op de programmatuur.
programi
🔗 Ik heb persoonlijk alle computers geprogrammeerd die het leven daar regelen.
radio programme
television programme
🔗 Deze huiselijke geluiden stoorden Joost in het volgen van zijn televisieprogramma.
election manifesto
;
election programme
🔗 Het verkiezingsprogramma van de PVV bevat standpunten die naar ons oordeel in strijd zijn met de grondwet

DutchEnglish
programma bill; card; curriculum; platform; playbill; programme; scheme; syllabus
computerprogramma computer programme
feestprogramma programme of festivities; programme of the festivities
hulpprogramma aid programme; tool
kinderprogramma children’s programme
partijprogramma party manifesto; manifesto; party platform
programmablad programme guide
programmamaker programme maker; producer
programmatisch programmatic
programmatuur software
programmeren programme
radioprogramma radio programme; broadcast
tekstverwerkingsprogramma word processing programme
televisieprogramma television programme; telecast
urgentieprogramma crash programme
verkiezingsprogramma election programme; election manifesto
vertaalprogramma translation programme; translator
verzoekprogramma request programme; musical request programme
vlootprogramma naval programme
voorprogramma curtain‐raiser; supporting programme