Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word poststuk
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
piece of mail | ||
🔗 Hij kreeg er trouwens de tijd niet voor, want er kwam een bode binnen, die enige poststukken droeg. | ||
(paal; stijl) | ||
🔗 Daarop knoopte ze de lakens en dekens aan elkaar en bond één uiteinde aan een post van haar bed, zoals ze dat op de kostschool geleerd had. | ||
(posterijen) | ; | |
🔗 Ik wil geen details aan de post toevertrouwen maar alleen zeggen dat ik dagelijks in levensgevaar verkeer, omdat ik in het bezit ben van een geheim. | ||
poŝtaĵoj | ||
🔗 Wie is de eerste die de post te zien krijgt? | ||
(ambt; betrekking; plaats) | ; ; | |
🔗 De ambassadeur is sinds vorige week weer op zijn post in Ṣanaʿāʾ na enkele weken vanuit Den Haag te hebben gewerkt vanwege de dreiging van een terroristische aanslag. | ||
🔗 Nog steeds hield hij vast aan zijn voornemen om op zijn post te blijven. | ||
; ; belle | ||
(defect; kapot) | broken ; out of order | |
(akte; document; papier; schriftuur; oorkonde) | ; ; | |
🔗 Morgen kom ik zelf met de nodige stukken ter ondertekening. | ||
(brok; fragment) | ; ; ; | |
piece of music | ||
(gebroken; kapot) | broken | rompita |
(stoot) | bit of crumpet | |
(toneelstuk) | ; | |
🔗 Zijn gezicht was zo kalm alsof hij in de schouwburg naar een stuk keek waarvan hij verloop en ontknoping al kende. | ||
(deel; gedeelte; onderdeel; part) | ; | |
🔗 Conan liep op het in elkaar gevallen stuk toe, deed een paar passen achteruit en stormde toen naar voren. | ||
; | ||
🔗 Marie gaf hem een tinnen kom met water en een stuk zeep, welke voorwerpen hij buiten de deur op een bank zette. | ||
(bonk; brok; eindje) | ; ; | |
🔗 Zoals u wel begrijpen zult, moest ik daarbij wat rotsblokken en stukken boomstronk verwijderen die me in de weg stonden. | ||
(schilderij; schildering; schilderstuk) | ||
🔗 De enige die macht over hem heeft, is de vent die z’n handtekening op het stuk heeft gezet. | ||
Dutch | English |
---|---|
poststuk | ⇆ postal article |
post | ⇆ entry; ⇆ function; ⇆ item; ⇆ mail; ⇆ place; ⇆ post; ⇆ station; ⇆ office; ⇆ sentry; ⇆ picket; ⇆ post‐office |
stuk | ⇆ smasher; ⇆ snatch; ⇆ bint; ⇆ bit; ⇆ cake; ⇆ cantle; ⇆ cantlet; ⇆ chick; ⇆ chop; ⇆ clip; ⇆ cut; ⇆ cutting; ⇆ deed; ⇆ disabled; ⇆ doll; ⇆ dolly bird; ⇆ fragment; ⇆ head; ⇆ in pieces; ⇆ instrument; ⇆ item; ⇆ joint; ⇆ length; ⇆ lump; ⇆ man; ⇆ out of order; ⇆ peach; ⇆ piece; ⇆ play; ⇆ tablet; ⇆ unit; ⇆ slice; ⇆ stretch; ⇆ bit of crumpet; ⇆ way; ⇆ part; ⇆ gun; ⇆ chessman; ⇆ draughtsman; ⇆ paper; ⇆ document; ⇆ article; ⇆ security; ⇆ picture; ⇆ feat; ⇆ broken; ⇆ gone to pieces |