Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word plas

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
;
puddle
🔗 Overal waren er stinkende hopen en plassen.
(meer; waterplas)
(kolk; vijver; waterplas)
een plas doen
(piesen; plassen; urineren; wateren)
;
make water
(een plas doen; piesen; pissen; urineren; wateren; sassen);
make water
🔗 Ik sta bij de finish, maar moet plots dringend plassen.
(klotsen; plonzen)
plash
;
splash
plaŭdi
🔗 Pit zat in het bad en zong en plaste.
wade
(plas)
(plas)
🔗 De twee Poolse jongeren die sinds vrijdag vermist zijn, zijn zaterdagavond dood gevonden in een waterplas bij Horst in Limburg.

DutchEnglish
plas lake; pee; piddle; plash; podge; pond; pool; puddle; slash; slop; urine; water
een plas doen make water; pee; wee‐wee
bloedplas pool of blood
plasregenen rain cats and dogs
plassen slop; slosh; dabble; micturate; paddle; pee; piss; plash; puddle; splatter; swash; splash; squish; make water; pee‐wee; widdle
waterplas puddle