Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word pijnigen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(folteren; martelen)
🔗 Ben je weer gekomen om me te pijnigen?
doloregi
;
🔗 Ik heb pijn aan m’n been.
(den; denneboom; mastboom; pijnboom; greneboom);
🔗 Het rode avondlicht glijdt over de hoge pijnen als ik een open plek bereik met buntgras en heide.
(foltering; marteling)

DutchEnglish
pijnigen anguish; harrow; harrow up; martyr; martyrize; rack; torment; torture
afpijnigen rack
pijn ache; aching; anguish; dolour; pain; pang; pine; pine‐tree
pijniger torturer; tormentor
pijniging torture