Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word onderwijskracht

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 Bereken de kracht die op het lichaam wordt uitgeoefend.
(sterkte);
vigour
(macht; vermogen)
🔗 Men zal mijn kracht leren kennen!
🔗 Ik heb je zo vernederd dat je niet eens meer de kracht hebt om er een einde aan te maken.
(sterkte);
🔗 De aardbeving op 11 maart had een kracht van 9,0 op de schaal van Richter.
(onderrichting); ;
teaching
🔗 Er wonen ongeveer 160 miljoen mensen in Nigeria en de overgrote meerderheid van de bevolking leeft in armoede en moet het stellen zonder goed onderwijs, elektriciteit en stromend water, ondanks de enorme olierijkdom van het land.

DutchEnglish
onderwijskracht teacher
kracht efficaciousness; efficacy; energy; expressiveness; force; fortitude; goodness; intensity; might; muscle; pith; potency; power; puissance; strength; vigour; zing; spirit; steel; stress; thews; employee; worker; vim; wallop
onderwijs education; instruction; tuition; schooling; school‐teaching; teaching