Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word onafhankelijk

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(zelfstandig)
independent
(zelfstandig)
independent
🔗 En de Pueblo Soberano, van Helmin Wiels, wil zelf al langer onafhankelijk van Nederland worden.
independently
sendepende
🔗 In 1874 kwamen Van ’t Hoff en Le Bel onafhankelijk van elkaar tot de conclusie dat optische isomerie niet te rijmen viel met een vlak koolstofatoom.
(onderhorig)
dependent
🔗 Maar de computer is wel afhankelijk van de gegevens die hem toegevoerd worden.
(zelfstandigheid)
(zelfstandigheid)
🔗 Servië heeft lange tijd geweigerd de onafhankelijkheid van Kosovo te erkennen.

DutchEnglish
onafhankelijk independent; independently; substantive
afhankelijk contingent; dependent
onafhankelijkheid independence; independency