Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word niet sterk zijn in
| Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
🔗 Die waard brouwt sterk bier. | ||
| (krachtig; hard; zwaar) | ||
🔗 Voor de eerste maal sedert den aanvang van het gevecht voelde Baree een sterken drang om te vluchten. | ||
| (aanzienlijk; flink; fors) | ; significantly ; substantially | konsiderinde |
🔗 Ook de hoogte varieert sterk. | ||
| (fors; hecht; potig; robuust; stevig; stoer; struis; degelijk) | robust ; ; rugged ; solid ; ; | |
| (krachtig; krachtdadig; hard) | ; | |
🔗 Ook keurde ik zijn gedrag sterk af. | ||
| (fiks; krachtig; straf; krachtdadig) | ; vigorous ; forceful ; | |
🔗 Maar zoiets laat een jonge sterke daggelder zich niet zeggen. | ||
| (intens) | ; intensively | intense |
| (intens) | ||
🔗 Het geluid van de naderende auto werd steeds sterker en de koning stapte opzij in het struikgewas om het voertuig te laten passeren. | ||
koncentrita | ||
| Dutch | English |
|---|---|
| niet sterk zijn in | ⇆ be not good at |
| sterk | ⇆ brawny; ⇆ forceful; ⇆ good; ⇆ greatly; ⇆ hard‐wearing; ⇆ high; ⇆ mighty; ⇆ nervy; ⇆ potent; ⇆ powerful; ⇆ strong; ⇆ robust; ⇆ solid; ⇆ sound; ⇆ stout; ⇆ sturdy; ⇆ vigorous; ⇆ rugged; ⇆ sinewy; ⇆ tall; ⇆ tenacious; ⇆ skookum; ⇆ sharp; ⇆ retentive; ⇆ strongly; ⇆ staunch |