Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word natuurkenner
| Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
🔗 Men hoefde geen kenner van vuurwapens te zijn om te bemerken dat het nog maar zeer onlangs was gebruikt. | ||
🔗 Slechts weinig Italianen zijn échte kenners, op welk gebied dan ook. | ||
🔗 Die beschouwen wij als een gegeven grootheid, een speling der natuur waarin berust moet worden. | ||
| (geaardheid; aard; karakter) | ||
🔗 U hebt een gevoelige natuur. | ||
| Dutch | English |
|---|---|
| natuurkenner | ⇆ naturalist; ⇆ natural philosopher |
| kenner | ⇆ cognoscente; ⇆ connoisseur; ⇆ judge |
| natuur | ⇆ composition; ⇆ grain; ⇆ nature; ⇆ scenery; ⇆ natural scenery; ⇆ disposition; ⇆ temper |