Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word mannenkleren

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(herenkleding)
men’s clothes
virvestoj
(kleding; plunje)
outfit
;
(goed; kledij; kleding; tooi);
🔗 Dat vond Jan zonde van die kleren.
(echtgenoot)
🔗 Hij en Minerva leefden nu als man en vrouw.
(kerel; manspersoon; vent);
🔗 Hebt u deze man vermoord?

DutchEnglish
kleren apparel; clobber; clothes; dress; things; togs; wear
man chap; hand; he; husband; jack; male; man; troops; foot