Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word kruisbeuk
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(transept) | transept | |
(beukeboom) | ||
🔗 In de oude beuken en eiken rondom het huis zitten veel scherven uit de oorlog. | ||
(schip) | nave | |
(Europese beuk) | European beech ; common beech | |
loin | ||
🔗 Daar stond hij nu, midden in Gent, met enkel een bierviltje voor zijn kruis. | ||
🔗 Persbureau AFP meldt dat de kruisen van de kerken worden gesloopt, en christelijke manuscripten worden verbrand. | ||
🔗 Als die gieren er niet waren, zou een krachtig lichaam als dat van u dagenlang aan het kruis in leven kunnen blijven. |
Dutch | English |
---|---|
kruisbeuk | ⇆ transept |
beuk | ⇆ beech; ⇆ beech‐tree; ⇆ common beech; ⇆ nave; ⇆ aisle; ⇆ European beech |
kruis | ⇆ rood; ⇆ cross; ⇆ crotch; ⇆ croup; ⇆ crown; ⇆ crupper; ⇆ crux; ⇆ pain; ⇆ seat; ⇆ sharp; ⇆ slack; ⇆ small of the back |