Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word kinderkleren

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(kinderkleding)
children’s clothes
infanvestoj
;
infant
;
🔗 Heb ik je als kind te veel geslagen?
(koter)
🔗 Het huis en het omvangrijke fortuin dat mijn vader nagelaten moest hebben, waren mijn erfdeel, want ik was enig kind, net als hij.
(kleding; plunje)
outfit
;
(goed; kledij; kleding; tooi);
🔗 Dat vond Jan zonde van die kleren.

DutchEnglish
kind babe; baby; bairn; chick; child; infant; kid; little one
kleren apparel; clobber; clothes; dress; things; togs; wear