Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word ingeschakeld

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(aan; aangestoken; aangezet)
ŝaltita
(aandoen; aanknippen; aanzetten)
switch on
🔗 Met zijn linkerhand schakelde hij een bandrecorder in en met zijn rechter drukte hij op de zoemer om zijn assistent op te roepen, terwijl hij met half dichtgeklepen ogen luisterde.

DutchEnglish
inschakelen bring in; call in; engage; enlist; include; plug in; press into service; switch on; throw into gear