Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word het afleggen tegen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(afdoen; afzetten; uitdoen; uittrekken);
🔗 Dan werden de maskers afgelegd.
markoti
🔗 De volgende dag legde het leger slechts drie mijlen af.
🔗 Twee raadsleden, uit Bergen op Zoom en Tilburg, hebben op een andere manier dan gebruikelijk de eed afgelegd bij de installatie als raadslid.

DutchEnglish
het afleggen tegen be no match for; be unable to hold one’s own against
afleggen cover; discard; divest oneself of; do; doff; get over; lay out; leave off; log; make; put off; lay down; take off; lay aside; layer; travel; take