Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word hebbend

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
; ; ; ;
be obliged to
; ; ;
🔗 Hij had een gewichtig besluit te nemen.
;
🔗 Braz hebbe zijn ziel!
🔗 Hij had bezwaren.
🔗 We hadden gasten.
🔗 Elk boek heeft meer dan 1000 pagina’s.
🔗 Ze had een ring aan haar middelvinger, met een diep ingegrifte edelsteen.
;
🔗 Heb geen angst.

DutchEnglish
hebbenbear; command; get; have; have got; own; possess
wachthebbendon duty