Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word hebben

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
;
🔗 Braz hebbe zijn ziel!
🔗 Hij had bezwaren.
🔗 We hadden gasten.
🔗 Elk boek heeft meer dan 1000 pagina’s.
🔗 Ze had een ring aan haar middelvinger, met een diep ingegrifte edelsteen.
;
be obliged to
; ; ; ; ; ;
🔗 Hij had een gewichtig besluit te nemen.
;
🔗 Heb geen angst.
🔗 U moet blijkbaar niets van mannen hebben?
(dragen; ophebben)
🔗 Hij had schoenen aan, en dat nog wel op vrijdag!
have got hold of
manteni
(belangstellende; reflectant)
interested party
🔗 Wie is die belanghebbende?
(betrokkene)
see through
travidi
🔗 Gelukkig had onze voorzitter deze figuur meteen door.
(hebzuchtig; inhalig; schraperig)
avaricious
; ;
miserly
;
stingy
;
🔗 Als je je hebberige handen thuishoudt, zal ik jullie bedienen.
(gierigheid; inhaligheid)
(beminnen; houden van; lieven)
🔗 Ik ken haar heel goed, en ik heb haar lief als was ze mijn eigen dochter.
(aanhebben)
🔗 Wat een vieze pet heb jij op!
(gebeuren; geschieden; plaatsgrijpen; plaatsvinden; zich afspelen; zich voltrekken)
🔗 Op dat ogenblik had er een grote opschudding plaats.
(terugkrijgen; terugontvangen; recupereren)
get back
(beogen; van plan zijn; voornemens zijn; zich voorstellen; in de zin hebben)
🔗 Zegt u maar wat voorhebt.
(dragen);

DutchEnglish
hebbenbear; command; get; have; have got; own; possess
daar heb ik je!I had you there!
daar heb ik niets aanthat’s of no use to me
daar heb je bijvoorbeeld …there is …; now take …
daar heb je hem weer!there he is again!
daar heb je het nou!there you are!
daar heb je niets aanit is nothing for you; it will not profit you
daar moet ik niets van hebbenI don’t hold with that; I’m not having any; I’ll have none of it
dat hebben we weer gehadthat’s that
heeft u er iets tegen?have you any objection?
het gemakkelijk hebbenhave an easy time of it
het goed hebbenbe well off; be in easy circumstances
het hard hebbenhave a hard time of it
het hebben overallude to; refer to; talk; be talking about
het hebben tegenbe talking to
het heeft er wel iets vanit looks like it
het in de buik hebbensuffer from intestine troubles
het over iemand hebbenbe talking about somebody
het over iets hebbenbe talking about something
het tegen iemand hebbenbe talking to somebody
hij heeft niets van …he is nothing like …
hij heeft wel iets weg van …he looks somewhat like …; he is somewhat like …
hij moest niets hebben vanhe didn’t take kindly to; he didn’t hold with; he didn’t like
hij weet niet hoe hij het heefthe doesn’t know whether he is standing on his head or on his heels
hij zal iets aan … hebbenthere will be something the matter with …
hoe heb ik het nou?I’m jiggered!
iets hebben vansmack of; somewhat resemble; look a little like
iets niet kunnen hebbennot be able to stand something; not be able to bear something
iets tegen iemand hebbenowe somebody a grudge
ik heb het!I’ve got it!
ik kan je hier niet hebbenI have no use for you here
ik moet nog geld van hem hebbenhe is still owing me
ik weet niet wat ik aan hem hebI cannot make him out
ik wil het niet hebbenI won’t have it; I won’t allow it; I don’t want it
je hebt er weinig aanit is not much use; they are not much use
je moet wat hebbenyou deserve what for; there must be something the matter with you
… niet bij zich hebbennot have … with one
niets hebben tegenhave no quarrel with; have nothing against
niets moeten hebben vantake a dim view of
van heb ik jou daarlustily; enormous; immense
wat heb je toch?what is the matter with you?; what is wrong with you?
wat heeft hij toch?what has come over him?
wat zullen we nu hebben?what’s up now?
we hebben nu Engelswe are doing English now
wie moet je hebben?whom do you want?
zijn hele hebben en houdenall his belongings
aanhebbenwear; have on
beethebbenget a bite; got a rise; have a bite
belanghebbendeparty concerned; party interested
doorhebbenbe on to; get on to; see through; get wise to; realize; comprehend; tape; rumble
gezaghebberdirector; administrator
hebberiggrasping; greedy; covetous
hebzuchtavarice; avariciousness; covetousness; cupidity; greed; greediness
inhebbenhold; contain; carry
kanshebberlikely candidate; likely winner
liefhebbencherish; love
omhebbenhave on
ophebbenhave on; have eaten
overhebbenhave left
plaatshebbencome off; take place; be transacted
rechthebbenderightful claimant
uithebbenhave finished
vasthebbenhave got hold of
voorhebbendesign; intend; have before one; be up to; drive at; purpose; wear; talk to; intend to do