Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word grondeigendom

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(bezit; bezitting; goed)
possession
;
property
🔗 De zakkenroller greep ernaar, dus werd het ding zijn eigendom.
(eigendomsrecht)
ownership
🔗 Ik laat hem gaan uit mijn eigendom.
(bezitting)
property
(reden; oorzaak);
🔗 Zeg eens, op welke gronden is zij gearresteerd?
(bodem; fond; ondergrond); ;
🔗 De soort groeit niet op zure grond.
(aardbodem; bodem); ;
🔗 Jullie zijn al op vrouwe Anna’s grond.
(aarde)
🔗 Ze waren vlak boven de grond doorgesneden.
(bodem; ondergrond); ;
🔗 Nergens raakte hij de grond, zelfs niet op een diepte van tweehonderd vadem.

DutchEnglish
grondeigendom landed property
eigendom estate; holding; ownership; possession; property
grond base; bedrock; bottom; dirt; earth; essentiality; essentialness; foundation; glebe; ground; groundwork; land; rationale; reason; room; soil; warrant; substratum