Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word godenspijs

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(ambrozijn)
(godheid);
divinity
🔗 Dat is de wil van de goden.
(eten)
🔗 Cugel liep naar het buffet toe en onderwierp de spijzen aan een nader onderzoek.

DutchEnglish
godenspijs ambrosia
god divinity; god
spijs aliment; diet; food; meat; almond paste; viand