Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word gezichtsverlies

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(air; uitzicht)
🔗 Zijn gezicht stond ernstig.
(zicht; zien); ; ;
(aangezicht; aanschijn; facie; gelaat; porem; toet; ponem)
🔗 Hij herkende enkele gezichten.
(schouwspel);
🔗 Het was een akelig gezicht.
(droombeeld; droomgezicht; visioen)
(gezichtsvermogen)
🔗 Zijn gezicht was zo armzalig dat hij uit den top van een boom een konijn helemaal niet zou hebben kunnen zien en hij zou een vos voor een muis gehouden hebben.
(nadeel; schade)
🔗 De top van de Duitse bank Hypo Real Estate (HRE) heeft 25 miljoen aan bonussen ontvangen over het jaar 2009, dat met een verlies van 2,2 miljard euro werd afgesloten.
(vermissing)
🔗 De verliezen waren, zoals nu bleek, licht geweest.

DutchEnglish
gezichtsverlies loss of eyesight; loss of face; loss of sight
gezicht countenance; eyesight; face; look; mug; view; visage; vision; sight; looks
verlies bereavement; casualty; cost; deprivation; disadvantage; forfeiture; loss; wastage; waste; losses