Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word gelijktijdigheid
| Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
synchronicity | ||
| (tegelijkertijd) | at the same time ; contemporaneously ; ; simultaneously | |
🔗 Tom Poes kwam gelijktijdig met de oude vreemdeling voor slot Bommelstein aan. | ||
| (eigentijds; simultaan) | simultaneous ; contemporary | |
🔗 En dat was inderdaad wat er gebeurde na verscheidene gelijktijdige pogingen. | ||
| Dutch | English |
|---|---|
| gelijktijdigheid | ⇆ contemporaneity; ⇆ contemporariness; ⇆ simultaneity; ⇆ simultaneousness; ⇆ synchronism; ⇆ synchronization |
| gelijktijdig | ⇆ coincidental; ⇆ concurrent; ⇆ concurrently; ⇆ contemporaneous; ⇆ contemporary; ⇆ synchronous; ⇆ simultaneous |