Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word gelegenheidskleding
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
🔗 Bij deze gelegenheid nam hij het met de waarheid niet al te nauw. | ||
(plaats; plek) | ||
🔗 Hij is dwaas om alleen naar een gelegenheid als deze kroeg te komen. | ||
(toilet) | attire | |
(kleren) | outfit ; | |
(goed; kledij; kleren; tooi) | ; attire | |
(gewaad; kleed) | ; | |
🔗 De officier onderzocht Pucs kleding. | ||
(kledingstuk) | article of dress ; |
Dutch | English |
---|---|
gelegenheidskleding | ⇆ formal dress; ⇆ full dress |
gelegenheid | ⇆ joint; ⇆ occasion; ⇆ opening; ⇆ opportunity; ⇆ place; ⇆ room |
kleding | ⇆ accoutrement; ⇆ apparel; ⇆ attire; ⇆ dress; ⇆ dressing; ⇆ habiliment; ⇆ raiment; ⇆ wear; ⇆ tire; ⇆ clothes; ⇆ turnout; ⇆ vesture; ⇆ wearing‐apparel |